Tijd voor gezelligheid in plaats van schoonmaken
- Over het algemeen heb je bij houtkachels niet veel schoonmaakwerk.
Schoonmaken en onderhouden - regelmatig:
Om te zorgen voor een gelijkmatige en stabiele werking van de kachel moet de verbrandingskamer regelmatig worden schoongemaakt. Haal indien nodig de as uit de verbrandingskamer en de aslade (indien aanwezig). Dit kunt u doen met een aszuiger of met een kleine handschep. As uit de houtkachel kan nog erg lang nagloeien als de kachel is uitgegaan. Doe de as daarom altijd eerst in een vuurvaste bak voordat u die as weggooit. De milieudienst adviseert om de as bij het restafval te doen.
Als er op uw houtkachel een schudrooster is aangebracht, kunt u dat gebruiken om de as in de aslade te laten vallen door de handgreep van het schudrooster heen en weer te bewegen.
Haal nooit alle as uit de verbrandingskamer. Voor een optimale verbranding moet er namelijk een klein laagje as in de verbrandingskamer liggen.
Het buitenoppervlak van de kachel onderhoudt u door het te borstelen met een autoborstel met zachte lange haren of door een stofzuiger te gebruiken met een borstelkop.
Het is verder belangrijk om erop te letten dat de houtkachels zijn behandeld met een hittebestendige laag die niet tegen water kan. Gebruik daarom geen water voor het onderhoud van de binnen- en buitenkant.
Schoonmaken en onderhouden - één keer per jaar:
Minimaal één keer per jaar (vaker als u de houtkachel veel gebruikt) moet u alle pakkingen controleren en alle bewegende onderdelen smeren met hittebestendig vet dat daarvoor bedoeld is.
Rookkanalen en schoorsteen schoonmaken en reinigen kunt u één keer per jaar doen als het stookseizoen voorbij is. Rookkanalen kunt u schoonmaken door voorzichtig de bovenste plaat in de verbrandingskamer, de smoorklep en het rookschot (staalplaat) te verwijderen. Het is belangrijk om hier voorzichtig mee om te gaan. De smoorklep haalt u eruit door die aan de ene kant omhoog te brengen waarna hij aan de andere kant loskomt, omlaag kan worden gebracht de verbrandingskamer in en vervolgens via het deurtje eruit kan. Terugplaatsen kan precies andersom door de smoorklep schuin aan de ene kant omhoog te brengen en vervolgens aan de andere kant, waarna u hem in het midden op zijn plek legt.
Kleinere plekken of krassen in de lak kunt u afdekken met Senotherm-spray. Grotere beschadigingen moeten eerst worden afgeschuurd met fijne staalwol. Daarna stofzuigen en vervolgens sprayen met Senotherm-spray (lakken met Senotherm-spray mag alleen als de kachel koud is. Volg de instructies op de spuitbus).
De stenen bekleding aan de buitenkant van de kachel (indien aanwezig) kunt u schoonmaken met een goed uitgewrongen vochtige doek met een beetje normale allesreiniger. Als het nodig is, kunt u ook normale aceton of thinner gebruiken.
Bij hardnekkige aanslag kunt u de stenen licht afschuren met de grove kant van een schuurspons (kunststof), op dezelfde manier als bij een pan.
De ruit schoonmaken kan heel makkelijk door een vochtige doek in koude as uit de houtkachel te deppen en daarmee over de ruit met de roetaanslag te wrijven. In bouwmarkten zijn reinigingsproducten verkrijgbaar die daar speciaal voor gemaakt zijn. Zeer hardnekkige vlekken of aanslag kunt u verwijderen met fijne staalwol.
Gebruik altijd originele reserveonderdelen
Pakkingen moeten als dat nodig is worden vervangen, omdat het voor een goede verbranding en een schone ruit ontzettend belangrijk is dat de kachel goed is afgedicht. Ook als de pakkingen er nog goed uitzien, kunnen ze inzakken door de hitte en daardoor de kachel niet meer goed afdichten.
Het rooster/de bodem kan in zeer zeldzame gevallen barsten en kan ook makkelijk worden vervangen. Het rooster tilt u op en vervangt u door een nieuw rooster. De bodem waar het rooster in ligt kan ook makkelijk worden vervangen, omdat die los in de kachel ligt.
De bekleding van de verbrandingskamer zal in de loop van de tijd gaan slijten en kan eventueel barsten. Om te voorkomen dat de platen gaan barsten, is het belangrijk om het brandhout niet in de kachel te gooien, maar goed midden in de verbrandingskamer te leggen. Bij slijtage moet het materiaal uiterlijk worden vervangen als de platen een dikte van ca. 1,5 - 2,0 cm hebben.